In diverse artikelen is vandaag te lezen dat de brancheorganisatie voor zelfstandige slijters (SlijtersUnie) een belangrijke overwinning heeft geboekt in de strijd tegen de wildgroei van webwinkels voor alcoholhoudende drank.

De SlijtersUnie had bezwaar gemaakt tegen de uitoefening van een webwinkel in dranken voor particulieren vanaf een industrieterrein in Schijndel. De gemeente, die de vergunning had verstrekt, was van mening dat dit geoorloofd was. Het bedrijf in kwestie had een slijterijvergunning aangevraagd in verband met het voornemen om, naast de groothandelsactiviteiten, Italiaanse alcoholhoudende producten direct aan particulieren te verkopen. Maar de verkoop geschiedde vanuit een kantoor dat alleen voor opslag was ingericht. De vergunning was daarmee niet in strijd, omdat de verkoop ‘via internet’ plaats vond, aldus de gemeente.

Voor de verkoop van sterke drank heeft een bedrijf minstens een slijtersvergunning nodig, maar er worden nog meer voorwaarden gesteld. De uitoefening is bijvoorbeeld alleen mogelijk in het kader van een slijtersbedrijf, lees: detailhandel. Veel slijterijen combineren derhalve detailhandel en online verkoop.

In deze zaak, die van de SlijtersUnie versus de gemeente Schijndel, wees de rechtbank in Den Bosch de redenering van de gemeente dan ook naar de prullenbak. Er moet opnieuw naar de vergunningsverlening worden gekeken en de huidige vergunning geldt niet meer. Volgens de SlijtersUnie is er meer duidelijkheid ontstaan. Het officiële standpunt van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit was dat een webwinkel met sterke drank voor particulieren slechts is toegestaan indien een slijterij deel uitmaakt van de verkoopketen.

De vraag is of deze zaak gevolgen gaat hebben voor de verkoop van andere producten via internet. Een argument dat bij slijterijen  meespeelt is dat er een controle moet zijn op de naleving van leeftijdsgrenzen bij verkoop van alcoholische dranken. Deze controle is nagenoeg onmogelijk bij de verkoop vanuit een webwinkel. Aan de andere kant biedt de uitspraak van de rechtbank in Den Bosch wel aanknopingspunten, omdat die het voornamelijk heeft over  de detailhandelsactiviteiten die op het industrieterrein uitgevoerd worden.

Een deel uit de uitspaak: “De rechtbank gaat er, gelet op de procesbeschrijving, van uit dat op de bedrijfslocatie aan de Lorentzweg 1 te Schijndel via webwinkels goederen ten verkoop aan particulieren worden aangeboden, de via deze webwinkels gedane bestellingen worden geaccepteerd, de betaling van deze goederen wordt gecontroleerd, de bestelde goederen worden verzameld, verpakt, verzendgereed gemaakt en ter verzending aangeboden. Daarmee is sprake van detailhandel. In de door verweerder aangehaalde uitspraak van de Afdeling van 29 september 2010 ziet de rechtbank geen aanleiding om anders te oordelen, omdat in die zaak de bestellingen werden verwerkt op een ander perceel.”

Directeur Wijnand Jongen van Thuiswinkel.org geeft in een reactie aan dat webwinkeliers nu in een lastig parket kunnen komen. De rechterlijke uitspraak zorgt er volgens Jongen voor, dat online retailers naast woonwijken en buitengebieden, nu ook niet welkom zijn op een bedrijventerrein. Thuiswinkel.org gaat met de Vereniging van de Nederlandse Gemeenten (VNG) om de tafel zitten om een oplossing te zoeken voor het probleem.

Bron: Emerce en rechtbank.nl