In Tibet is een 4 tot 6 miljoen jaar oud fossiel gevonden. Dit blijkt een nieuwe kattensoort te zijn.  Dat melden Californische archeologen in het wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the Royal Society B.

Het fossiel kreeg de naam Panthera blytheae en hoort bij de familie van grote katachtigen. Hier vallen ook de tijgers, panters en jachtluipaarden onder. De nieuwe soort lijkt erg op een sneeuwluipaard.  De soort is dus nauw verwant aan de grote katten, maar geeft ook belangrijke informatie over hun ontstaan. Paleontologen denken dat de scheiding tussen kleine katten (lynxen, huiskatten, poema’s) en de grotere soorten zes miljoen jaar terug plaatsvond.

Onderzoekers hebben geconcludeerd dat Blytheae minstens 4 en maximaal 6 miljoen jaar oud is, wat ongeveer overeenkomt met de oude theorie over het ontstaan van grote katten.

De vondst van het fossiel geeft een aanwijzing voor de oorsprong van de grote katten. Tot nu toe kwamen alle fossielen uit Afrika, terwijl moleculair bewijs duidt op Azië als geboorteplaats van grote katten. Met de ontdekking van dit fossiel wordt Azië een waarschijnlijker oorsprong.

Echter is één fossiel nog niet genoeg om dergelijke conclusies te trekken. De onderzoekers willen dan ook zo snel mogelijk terug naar de vindplaats.

Bron:  Volkskrant