De diervoederindustrie gaat zich de komende jaren inzetten voor een flinke energiebesparing. De Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi) tekende 5 juli namens de sector een Meerjarenafspraak Energie-efficiency (MJA) met de overheid. Hiermee spreken de aangesloten diervoederbedrijven de intentie uit om tot 2020 ten minste 2% energiebesparing per jaar te realiseren.
Volgens Nevedi-directeur Henk Flipsen sluit de ondertekening van het energieconvenant goed aan bij de duurzame ambities van Nevedi en haar leden. “We voeren als sector al enkele jaren een zeer actief duurzaamheidsbeleid met thema’s als veilig en gezond voedsel, duurzaam transport en keteninnovatie”, zegt Flipsen. “Ook energiebesparing krijgt nu een prominente plaats binnen dit beleid, dankzij de energie-efficiencydoelstellingen die we met elkaar hebben afgesproken.”
Bij Nevedi zijn 106 Nederlandse diervoederbedrijven aangesloten. Zij zijn samen verantwoordelijk voor een energieverbruik van circa 5,6 PJ. Voorwaarde om als collectief deel te nemen aan MJA is dat de aangesloten leden gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor ten minste 80% van het energieverbruik van de totale sector. “Dankzij de grote betrokkenheid uit de sector is Nevedi erin geslaagd als brancheorganisatie te voldoen aan deze 80%-norm”, zegt Paulien van de Graaff, beleidsmedewerker Duurzaamheid bij Nevedi. “De deelnemende bedrijven krijgen ondersteuning en facilitering vanuit Agentschap NL, zoals bij het opstellen van een energie-efficiencyplan (EEP), invoering van energiezorg en de jaarlijkse monitoring. Daar maken we graag gebruik van.”
De deelnemende Nevedi-leden leggen in een energie-efficiencyplan hun energiebesparingambities vast voor de komende jaren. “In de eerste periode tot 2016 zal de jaarlijkse energiebesparing van 2% met name komen door procesoptimalisatie”, verwacht Van de Graaff. “Als sector zijn we al langer bezig met efficiencymaatregelen, dus op de wat langere termijn wordt het nog best een opgave om de lijn voort te zetten. Nevedi zal hierbij een belangrijke trekkersrol spelen voor de aangesloten MJA-bedrijven.” Agentschap NL ondersteunt de sector daarbij, onder meer door het in kaart brengen van kansen in de keten en via innovatieve trajecten voor energie-efficiencyverbetering.
In het productieproces in een diervoederfabriek kunnen vier processtappen worden onderscheiden: de inname van grondstoffen, mengen/malen, persen en bulk. Veruit de meeste energie is nodig voor het persen van het diervoeder, zo blijkt uit een eerste inventarisatie van het energieverbruik in de sector door Agentschap NL. “Het gasverbruik is vrijwel geheel voor rekening van stoomproductie ten behoeve van het persen”, zegt Jac van Trijp van Agentschap NL. “Hier is echter geen collectieve oplossing voor te bedenken, want het persproces verschilt per bedrijf. De benodigde energie voor het persdeel wordt onder andere bepaald door de mix van grondstoffen en door de gewenste hardheid van de brokken.” Volgens Van Trijp liggen hier wel kansen: “Nader onderzoek is nodig om te bepalen welke factoren op welke manier het energieverbruik beïnvloeden. Ook zijn er verbetermogelijkheden door optimalisatie van de productieplanning en de bezetting van de lijnen.
Bron: Agentschap NL, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Comments
Nog geen reacties op Diervoedersector sluit energieconvenant met overheid