Op 9 september heeft staatssecretaris Dijksma antwoord gegeven op vragen van de Tweede Kamer over een legaal en gezond fokbeleid.

Eerder heeft de VVD vragen gesteld over de zogenaamde “15-weken eis”. Vanaf 29 december 2014 mogen honden, katten en fretten niet meer ongevaccineerd, en dus pas vanaf de leeftijd van 15 weken, Nederland binnenkomen. Hiermee kan een vaccinatie tegen rabiës worden gegarandeerd. Voor mensen die honden uit het buitenland willen halen, heeft deze regelgeving als nadeel dat de socialisatie van de pups voor een groot deel door de fokker gedaan moet worden. De VVD gaf aan dat dit proces door de 15-weken eis ernstig verstoord wordt. Met name bij hondenrassen die in Nederland weinig voorkomen en waarbij import uit het buitenland vaker plaatsvindt, zou dit de import kunnen beperken en daarmee ook de invoer van nieuwe bloedlijnen.

Daarom heeft de VVD gevraagd of de staatsecretaris wil kijken naar een oplossing in overleg met de sector. De staatssecretaris heeft in de brief aangegeven dat een onderscheid naar gelang het hondenras niet te verdedigen is. Ook wordt de handhaving hierdoor bemoeilijkt. Voor de genenpool is het niet nodig om pups onder de 15 weken te importeren. Fokkers kunnen namelijk ook een oudere pup importeren, een teef in het buitenland laten dekken, outcross toepassen of, indien het niet anders kan, sperma importeren.

Staatssecretaris Dijksma geeft aan dat pups ook gekocht kunnen worden bij buitenlandse fokkers die wél aandacht besteden aan socialisatie. Voor een fokker vergt dit nader onderzoek en intensiever contact. Maar dit hoeft geen belemmering te vormen, de staatsecretaris ziet daarom geen reden om het beleid hierop aan te passen.

Bron: Licg