Genetisch gezien verschilt de gedomesticeerde kat maar weinig van de wilde kat. Dat is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken. De DNA-volgorde van huiskatten is slechts op enkele plekken veranderd, sinds de domesticatie die zo een 9.000 jaar geleden begon. Bij honden begon domesticatie al 30.000 jaar geleden, dit verklaard dan ook het kleine verschil in DNA bij katten.
De genen van gedomesticeerde katten die duidelijk verschillen van hun wilde soortgenoten zorgen vermoedelijk voor een specifieke vachtkleur, verminderde angst en een versterkt beloningsysteem in de hersenen. Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Washington in het wetenschappelijk tijdschrift PNAS.
Tijdens het onderzoek werd de DNA-volgorde van twee huiskatten vergeleken met het genoom van wilde katten. De wetenschappers kozen voor een Abessijn en een Heilige Birmaan, omdat van deze dieren een relatief goede stamboom beschikbaar is.
Onderzoeker Wes Warren in de Los Angeles Times verteld: “We geloven dat we het eerste bewijs hebben gevonden dat laat zien dat gedomesticeerde katten nog dichtbij wilde katten staan”. Toch slaagden de wetenschappers erin om enkele veranderingen te vinden in de DNA-volgorde van huiskatten. Die aanpassingen zijn waarschijnlijk het gevolg van de manier waarop de dieren zijn geselecteerd.
Het vermoeden bestaat dat mensen katten gingen houden om knaagdieren te bestrijden. Hierdoor werden voornamelijk katten geselecteerd die gevoelig waren voor beloningen en weinig angst kenden voor mensen. “Dat was waarschijnlijk de reden dat de DNA-volgorde van de eerste generaties huiskatten begon te veranderen”, aldus Warren.
Bron: Nu.nl
Comments
Nog geen reacties op Domesticatie van katten